Ik mag me gezegend wensen met een nog vast energiecontract, maar onbezorgd stoken lukt me toch niet. In gedachten zie ik liters gas in het niets verdwijnen als ik de cv aanzet en plaats maken voor nog meer CO2. Het voelt ergens gek, de lucht om me heen te verwarmen, terwijl de natuur afkoelt. Met een dekentje op de bank werken achter de laptop die ook dienst doet als schootverwarming, of met vest aan aan de slag in het huishouden gaat ook best bij een graad of 14. Ergens schaam ik me hiervoor, want ik wijk af van de norm. Gelukkig wordt het in deze tijd van schaarste van energie steeds normaler om zuinig om te gaan met brandstof en natuurlijk doe ik dit vooral om grondstoffen en het klimaat te sparen.
Om niet teveel van de norm af te wijken, ben ik toch gaan zoeken: Wat is eigenlijk de norm? Hoe “normaal” is het eigenlijk, de kachel standaard aan op 18, of 20 graden?
Vroeger stonden de ijsbloemen aan de binnenkant van de ramen. Toch hoor je verhalen over de warme gezelligheid van toen.
Het is een heel jonge “normaal”. Mijn ouders deelden de warmte van een kachel, kleedden zich ook dik aan in huis, warmden voeten op een stoofje, handen bleven warm met moffen en de mensen huisden bij elkaar in de keuken om warmte op te zoeken. Ook al was de woning klein, met alle kieren in huis zou 18 graden echt niet haalbaar geweest zijn. Waar in ons goed geïsoleerde huis de bloemen op de buitenkant van de ramen staan in de vrieskou, stonden ze toen aan de binnenkant van de ramen. Toch hoor ik nooit verhalen over de nare kou in huis, eerder over de warme gezelligheid. In vroeger tijden waren ook dieren in huis een belangrijke warmtebron. Centrale verwarming maakte het delen van een woning voor de warmte overbodig, maar nu, in tijden van energieschaarste, blijken we elkaar toch weer nodig te hebben, om de warmte bij elkaar te zoeken. Ik wens iedereen een hartverwarmend 2023!
MARTINE
Foto header: Vlada Karpovich via Pexels