Skip to content

Ecologisch groenbeheer

Ecologisch groenbeheer

Een stukje geschiedenis van het Streekbos in Bovenkarspel.

In 1987 kochten we ons eerste huis in Enkhuizen, kort daarna werd ik lid van het IVN West-Friesland. Als vijftienjarige had ik al eens in de winter meegedaan met wilgen knotten in Bobeldijk. Dat soort vrijwilligerswerk was toen heel modern. Het behoud van de knotwilgen in het open landschap vormde het begin van onze huidige IVN-afdeling, inmiddels is die volgend jaar toe aan haar het vijftigjarige jubileum. 

Sinds ik in Enkhuizen woon, kom ik in het Streekbos, dat ik in 1987 nog heel saai vond. Ik hielp een keertje andere IVN’ers mee met graven van de paddenpoel die er nu nog steeds is. Ook bezocht ik zo af en toe de bronstijdboerderij die gebouwd werd door medewerkers van Stichting ‘Wandelen door de tijd’, geholpen door vrijwilligers. Dit vond plaats in een speciaal deel van het Streekbos dat ecoterrein genoemd werd. Dit was een cluster van eilandjes dat zo gevormd was door extra sloten te graven in het voormalige poldereiland ‘Aan de Kerkesloot’.

In die tijd waren er inwoners in een Enkhuizer nieuwbouwwijk die zich verzetten tegen het gebruik van gif in het openbare groen in hun straten omdat hun kinderen daar speelden. Toepassing van gif tegen luizen in rozen, tegen onkruid tussen struiken en op straat was toen heel gewoon. Gemeentelijke ambtenaren die werkten in het openbare groen waren uitsluitend mannen en meestal voormalige bloemkool- en fruittelers. De gifspuit stond model voor modern, passend bij de trend van landbouwmechanisatie, stoer, statusverhogend en kostenbesparend. Deze inwoners van Enkhuizen wilden het groen liever zelf onderhouden maar dat liep op een fiasco uit. Maar mede door dit soort bewonersinitiatieven kwam de Provincie Noord-Holland in 1994 met het plan om Westfriese gemeenten te helpen bij omschakeling van traditioneel- naar ecologisch groenbeheer. Het beheer van openbaar groen zonder gif werd in die tijd gezien als een stap terug, spijkers op laag water zoeken, soft en duur. Dat toepassing van gif bijdroeg aan afname van biodiversiteit was slechts voor een enkeling als ik van betekenis. In die tijd kocht bijna niemand biologische producten, die waren uitsluitend te koop in natuurvoedingswinkels De Pimpernel in Enkhuizen of De Weegbree op het Grote Oost in Hoorn.

Het Ecoproject.

Dankzij de provincie vormde deze maatschappelijke discussie toch de aanleiding tot herinrichting van het ecoterrein waar in 1989 de bronstijdboerderij afgebrand was. In 1995 werd een ontwerp gemaakt en begin 1996 werd twee hectare ingericht tot Ecoproject. In dit deel van het Streekbos werd natuur belangrijker gevonden dan honden uitlaten, sporten enzovoorts. De eerder gegraven paddenpoel maakte onderdeel uit van dit project en ook een sloot en een plas gevuld met regenwater. Dit water bevatte dus niet resten van gif en kunstmest zoals de sloten rondom. Van meet af aan was dit een samenwerkingsproject van Recreatieschap Westfriesland met IVN West-Friesland om ervaring op te doen met ecologisch beheer van openbaar groen t.b.v. natuurontwikkeling. Aanvankelijk inventariseerden vrijwilligers van het IVN de plantengroei, vlinders, vogels enzovoorts en er werd door vrijwilligers gehooid wanneer er gemaaid was door de professionals van het Recreatieschap. Natuureducatie is voor IVN’ers nog steeds het doel en streven naar meer biodiversiteit is een middel. In de periode dat het Ecoproject tot stand kwam organiseerde ik het knotten van wilgen door vrijwilligers van het IVN in de hele regio.

De afname van biodiversiteit was toen slechts voor een enkeling van betekenis

Het stond me echter tegen om voor het knotten van de wilgen altijd een auto te moeten lenen of mee te moeten rijden naar al die boerenerven ver van Enkhuizen. Sinds 2008 ben ik mij intensief bezig gaan houden met het beheer van het Ecoproject. Dat lukte prima met de fiets zonder een auto te hoeven lenen totdat we in 2016 een bosmaaier kochten. Dit bleek noodzakelijk om te voorkomen dat het gebied dicht zou groeien. Sinds de herinrichting werden de bomen zo groot dat ze de struiken langs de randen van de bosvakken overschaduwden.
Bosranden zijn echter essentieel voor toename van biodiversiteit. Nieuw aangeplante struiken waren kansloos tussen de hoog op schietende harige wilgenroosjes, brandnetels, kleefkruid, grove grassen als glanshaver, kropaar enzovoort.

Sinds 2008 veranderden we het gebied ingrijpend door:

  • Aanpassing van de jaarlijkse maaidatum van eind oktober naar eind augustus,
  • Aanleg uitkijkpunt aan de plas (2008),
  • Bouw van de beestenboet als insectenhotel (2013), 
  • Boomfeestdag met planten van een koningslinde en struikvakken (2015),
  • Vervangen van de verouderde informatieborden,
  • Uitbaggeren van de plas,
  • Aanschaf bosmaaier (2016),
  • Verplaatsing van toegangsbrug en aansluitende wandelpad (2017),
  • Aanleg van een bloemenakker (2020).

Zonder strijd geen overwinning.

Inmiddels zijn we 25 jaar onderweg en het aantal plantensoorten neemt nog steeds toe. Dit in weerwil van de algemene trend van verlies van soorten.
In het Ecoproject komen we echter van ver: Bestudering van een historische kaart leverde het inzicht op dat deze plek waar tot voor kort nog bloemkolen geteeld werden meer grond verplaatst is dan waar ook. Zoals gezegd werd het ecoterrein gevormd door sloten te graven binnen een bestaand perceel, vervolgens is dit met veel graafwerk helemaal heringericht met glooiende oevers. De verplaatsing van de grond ging gepaard met enorme verstoring van het bodemleven. Bovendien zijn juist hier massaal zwarte elzen aangeplant. Dat is niet bevorderlijk voor de soortenrijkdom omdat het gepaard gaat met forse toename van de voedselrijkdom van de bodem en daar maken ruigtekruiden zoals brandnetels en kleefkruid graag gebruik van. De aanschaf van de bosmaaier werd hiermee noodzakelijk. 
Ten gevolge van de langdurige droogteperioden als gevolg van klimaatopwarming hebben de meeste zwarte elzen het niet meer zo naar hun zin waardoor andere boomsoorten zoals gewone esdoorn, lijsterbes, meidoorn, zomereik, haagbeuk en es meer kansen zullen krijgen.
Zo is er in het Streekbos dus steeds meer te zien. Saai is het gelukkig allang niet meer. Sluit eens aan bij een excursie of natuuractiviteit en je kijkt voortaan anders naar dezelfde natuur.

LOUIS

Bekijk ook deze berichten: